Het lijkt wal alsof er nu al meer dan een jaar meer mensen gaan dan komen in mijn leven...
Een zowat constante stroom van mensen verlaat gestaag het leven en stappen zo ook weg uit mijn leven en laten op die manier een onopvulbare leegte achter...
De ene persoon is natuurlijk al ietwat meer betekenend voor mij dan de ander maar allemaal hebben ze deel uitgemaakt van dit leven van mij.
Het valt mij dan ook zwaar om vandaag afscheid te moeten nemen van 1 van mijn constanten die al m’n gehele leven aanwezig was; met name m’n grootvader.
Van kinds af heb ik altijd al geluk gehad met grootouders. Ik kon niet meer met m’n gat in de boter gevallen zijn op dat vlak. Aan weerszijden waren het schatten van mensen
die onvoorwaardelijk van al hun kleinkinderen hielden.
M’n grootvader was bakker en had samen met vrouw en kinderen een bakkerij in Dikkelvenne waar ik altijd graag ben geweest. De geur van vers brood en gebak waren onlosmakelijk verbonden
met een bezoekje aan oma en opa. Het leuke aan die bezoeken was dan ook het feit dat de hele familie tesamen was hetgeen voor een unieke sfeer zorgde.
M’n opa was dan de gezette olijke werkmens die naast de bakkerij ook wel wat werk had in hun vrij grote groententuin en de koeien en kippen die daar ook nog rondliepen.
En zo zal ik hem mij ook herrinneren. Altijd krachtig van stem en gestalte die genoot van z’n simpele bestaan zonder al te veel tierlantijntjes.
Maar de laatste jaren ging het langzaam aan achteruit met zijn gezondheid. Wat kwaaltjes van ouderdom tot problemen met zijn prostaat.
Vorig jaar dan kwam het op een punt dat het hem allemaal wat teveel werd. Hij liet het hoofd meer hangen en het leek alsof de hoop en kracht om te leven
hem verlaten hadden...
Hij werd samen met m’n grootmoeder opgenomen in het hospitaal toen zij voor haar borstkanker moest geopereerd worden. Hij was enorm vermagerd
en leek slechts een schaduw van de forse man die hij ooit was geweest. Het grootste deel van de tijd lag hij gewoon stil en had hulp nodig om van z’n stoel naar
z’n bed te geraken en omgekeerd. Het was schrijnend om te zien hoe hij er zo op achteruit ging. Die wil om te leven leek niet meer te bespeuren en hij had
zelfs moeite om nog te spreken met die stem van hem die ons altijd al vertrouwd was geweest. Hij vermagerde zo fel dat hij op den duur quasi niet meer te herkennen was...
Toen ons grootmoeder werd ontslagen uit het ziekenhuis was het de vraag of hij thuis zou mogen blijven of in een rusthuis zou terecht komen. Zowel hij als ons oma waren
tegen het idee om hem in een rusthuis te steken. Hetgeen uiteraard ergens logisch is, ze wouden niet gescheiden worden en hij hield er zo van om thuis te zitten.
Het kwam zelfs zo ver dat hij wou bewijzen dat hij zou beteren. Begon weer rond te lopen om zo z’n woorden te ondersteunen.
Maar eenmaal terug thuis verviel hij terug in een neerwaartse spiraal van veel stilzitten en liggen. Hij werd getroffen door een verkoudheid maar spartelde zich erdoor.
Al die tijd kwam de thuisverpleging langs om hem te verzorgen om zo het leven van iedereen daar wat dragelijker te maken zodat zij zich konden toeleggen op de bakkerij.
Zo ging het enige tijd door en bleef hij daar liggen in de woonkamer met een sporadisch bezoek om z’n routine te doorbreken.
Ik was op kerstavond nog eens gepasseerd met ons moeder om wat eten te brengen voor iedereen daar (ons moeder kookte mee voor hen) en hij zag er toen niet meteen helemaal
zo goed uit. Het was enorm confronterend om de man naar wie ik toen ik klein was zo opkeek in zo’n toestand te zien.
Ik dacht: “Staat dat ons allemaal te wachten?”. En om dan nog eens m’n oma voor hem te zien zorgen, het was zowel hartverwarmend als hartverscheurend om zien.
Ze deed zoveel voor hem en het hielp niets aan zijn toestand. Echt een schrijnend beeld... Maar die liefde die daarvan uitstraalde kon niet anders dan dat je er onbeschrijfelijk veel ontzag voor had.
Het duurde even eer m’n broer en ik bij hen nog konden langs gaan om ons nieuwjaar te wensen. Het was het vorige zaterdag. We kwamen daar toe en opa leek er wel vrij goed uit te zien.
Alleszins toch beter dan op kerstavond. Hij kon evenwel niet echt meer spreken en behielp zich zo goed mogelijk met gebaren om duidelijk te maken wat hij nodig had.
Eigenlijk waren we niet echt van plan om daar heel lang te blijven maar ik kon niet echt weg gaan. M’n geweten zei van daar toch zo lang mogelijk de tijd te rekken.
Zoveel zag ik ze eigenlijk niet op een jaar en dus wou ik het deze keer op die manier enigzins goed maken. Er werd misschien niet enorm veel gezegd maar je kon wel merken dat ze allebei
dankbaar waren dat we er waren.
Toen we dan uiteindelijk toch voort moesten namen we ons afscheid.
Ik zei hem nog dat hij maar snel weer beter moest worden, weer net als vroeger terwijl ik zijn hand in mijn beide handen nam. Hij had niet eens de kracht om iets terug te zeggen maar zijn ogen zegden zoveel.
Toen we uiteindelijk door de deur van de woonkamer doorgingen keek ik nog achterom. Z’n bed stond met zijn hoofdeinde naar de deur toe gericht en dus kon ik zijn gezicht niet meer zien.
Maar hij zwaaide...
Hij zwaaide zoals hij vroeger altijd deed toen we in de auto naar huis reden en hij aan het raam stond met oma.
Hij zwaaide vanuit zijn bed alsof hij al wist dat het de laatste keer was.
Dat was zijn afscheid van ons, zonder woorden met een eenvoudig gebaar.
Een beeld dat voor eeuwig in mijn geest gegrifd staat, dat fragiele afscheid.
En het doet enorm pijn om daaraan terug te denken.
De eenvoud en kracht van dat vaarwel van iemand die ik m’n gehele leven gekend heb.
En dan enkele dagen erna ging het heel plots, heel snel...
Alsof hij zijn vrede met zijn leven had gemaakt. Van iedereen afscheid had kunnen nemen en zo gerust zijn leven kon laten.
Het lijkt mij alsof hij op Kilian en mij wachtte om te kunnen gaan. De manier waarop hij ons nog vastpakte.
En dat zwaaien waarmee hij niet stopte tot hij er zeker van was tot we weg waren...
Voor iedereen komt er een tijd om te gaan.
Niemand is daarop een uitzondering...
Maar je hebt zo van die mensen waarvan je stiekem hoopt dat ze er toch voor altijd zullen zijn.
En hij was daar zeker 1 van...
Rust in vrede opa.
Ik zal je enorm missen...
André Van Caluwé (21-1-’09)
No comments:
Post a Comment